Login / Reg                    Nieuwsbrief  |   Agenda   |   Vacatures   |   Forum   |   Advies   |   Adverteer   |   Zoek
Bron: Procesverbeteren.nl
Duurzaam (green): Circulaire organisatie
Jelle Dijkstra (NHL)Circulair inkopen: her-, deel- of virtueel gebruik?

Door Dr Ir Jaap van Ede, 26-10-2015. Dit artikel verscheen eerder in inkoopvakblad Deal1.

Circulaire inkoop begint met ‘oplossingsgericht’ inkopen, dus bij het aanbesteden functioneel specificeren en niet alles al gedetailleerd omschrijven. Daarover waren de meeste deelnemers aan het Noord Nederlands Inkoop Congres 2015 het eens.

Vraag een toeleverancier om zelf het begrip duurzaamheid in te vullen, want dan heb je de meeste kans op innovatie. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat je geen fysiek product inkoopt, maar een dienst. De toeleverancier blijft dan eigenaar van de materialen, en kan die daardoor gemakkelijker terugnemen.

Inkopers kunnen ook inspiratie putten uit nieuwe businessmodellen, waarbij er niet alleen sprake is van hergebruik, maar ook van deelgebruik en zelfs virtueel gebruik. Hoe dan ook, omdat inkopers aan het begin van productieketens staan, kunnen zij het voortouw nemen bij het streven naar meer duurzaamheid.


Het Noord Nederlands Inkoop Congres1 (NNIC) stond in het teken van de circulaire economie. Dit is het streven naar hergebruik en minimale waardevernietiging tijdens de levenscyclus van producten.

Nieuw is dat niet. Al in 1756 bestond hiervoor een model van de Franse econoom Fresnay. In de laatste decennia van de vorige eeuw heette het recycling, letterlijk hergebruik, dat om mij onduidelijke redenen later cradle to cradle ging heten. De nieuwste aanduiding is circulaire economie. Dit is wat mij betreft recycling 3.0, of eigenlijk hetgeen oorsponkelijk - dus letterlijk - werd beoogd met recycling. Wel wordt er nu een nieuw aspect toegevoegd: economisch haalbare modellen.

Douwe Jan Joustra (ICE Amsterdam): Negentig procent van alle materialen belandt nog steeds binnen zes maanden op de vuilnisbelt
Douwe Jan Joustra (ICE A’dam): ‘Negentig procent van alle materialen belandt nog steeds binnen zes maanden op de vuilnisbelt’ (Foto Antje van der Harst)


Vlindermodel
Douwe Jan Joustra is eigenaar van Implement Circular Economy (ICE Amsterdam) en één van de twee keynote sprekers tijdens het NNIC. Joustra haalt zijn inspiratie uit de natuur en de creativiteit van de mens. De natuur houdt zichzelf draaiende en dat zouden wij ook moeten doen!

Als basis voor een moderne definitie van circulaire inkoop haalt hij het ‘vlindermodel’ uit 2012 aan, van de Ellen MacArthur Foundation en McKinsey. ‘Traditioneel is er een lineair verbruiksmodel: van grondstof tot productie, dienstverlening, energieterugwinning en tenslotte afval. Negentig procent van alle materialen belandt op deze manier nog steeds binnen zes maanden op de vuilnisbelt’, aldus Joustra. ‘Het vlindermodel biedt een alternatief door zoveel mogelijk teruggaande waarde-cirkels te creëren. Die zorgen voor materiaalbehoud’.  

De teruggaande cirkels die de rechtervleugel van de vlinder vormen betreffen technische oplossingen, zoals producten die beter repareerbaar, onderhoudbaar en hernieuwbaar zijn. De cirkels in de linkervleugel laten zien hoe je uit materialen waardevolle grondstoffen kunt terugwinnen, verliesreductie dus. ‘Als je alle mogelijkheden uit het vlindermodel zou benutten, dan levert dat op Europese schaal een kostenbesparing op van maar liefst 360 tot 640 miljard dollar, zo bleek uit een onderzoek van McKinsey in 2012. Dat getal is gebaseerd op de verminderde noodzaak tot aankoop van ruwe grondstoffen.’

Ontvang samenvattingen van al onze nieuwe praktijkverhalen!
De vijf voordelen van gratis registratie:
  1. Elke twee maanden samenvattingen van al onze nieuwe artikelen
  2. Geen andere e-mail (!)
  3. Artikelen altijd volledig kunnen lezen
  4. Toegang tot 350+ praktijkcases procesverbetering
  5. Berichten kunnen plaatsen en opmerkingen toevoegen aan artikelen

Profijtelijk
Hier staan ongetwijfeld ook enorme investeringen tegenover. Een bedrijf zoals Unilever laat niettemin zien dat meer duurzaamheid profijtelijk kan uitpakken. Bovendien zijn we het feitelijk gewoon verplicht aan ons nageslacht.

‘Het vlinderschema is geen economisch model’, benadrukt Joustra. ‘Je moet zoeken naar bijpassende business-modellen.’ Eén van de mogelijkheden is performance based contracting, waar Joustra een groot voorstander van is. ‘Inkopers streven in mijn ogen te veel naar eigendom. Vaak is dat letterlijk wat het woord zegt: dom. Je kunt beter goed nadenken over wat je behoefte is. Is dat bijvoorbeeld licht, dan is het onzin om in plaats daarvan lampen te kopen. Bij kopieermachines is dit al breed geaccepteerd. Bijna niemand koopt nog apparaten, je betaalt de leverancier per kopie die je maakt.’

Virtuele producten
Een stapje verder zijn business-modellen waarbij ook de leverancier geen eigenaar meer is van de middelen waarmee een dienst wordt geleverd. ‘Denk bijvoorbeeld aan Airbnb, de online marktplaats voor de verhuur en boeking van privé-accommodaties.’

Naast virtueel eigendom komen er ook steeds meer virtuele producten. ‘Bij Spotify koop je geen CD of DVD, je betaalt voor de muziek die je hoort.’

Ten derde is deelgebruik in opmars. ‘Een voorbeeld is het Car to Go initiatief van Daimler Benz in Amsterdam. Daar staan 300 Smarts die iedereen kan gebruiken. Je betaalt per minuut voor het gebruik.’


Window dressing
In zijn betoog lijkt Joustra er impliciet vanuit te gaan dat deze nieuwe businessmodellen vanzelf leiden tot meer duurzaamheid. Bij performance based contracting blijft een toeleverancier bijvoorbeeld eigenaar van de apparatuur, en kan deze dus relatief gemakkelijk terugnemen, hergebruiken en upgraden.

Ok denk ik dan, maar of dat ook echt gebeurt weet je als inkoper niet. De vraag rijst daarom hoe je hard kunt maken dat een bepaalde manier van inkoop duurzamer is.

Hoe voorkom je window dressing? Daarmee worstelen inkopers in de wandelgangen tijdens het NNIC. Stel, je hebt bijvoorbeeld met een tapijtleverancier afgesproken dat die na tien jaar het volledige tapijt hergebruikt. Cradle to cradle dus, of in Joustra’s woorden: een pure cirkel. Wat als die leverancier tegen die tijd failliet is?

Jelle Dijkstra (NHL): Als inkoper kun je het verschil maken bij het streven naar duurzaamheid
Jelle Dijkstra (NHL): ‘Als inkoper kun je het verschil maken bij het streven naar duurzaamheid’ (Foto Antje van der Harst)


Meeuwen
De tweede keynote spreker is Dr Jelle Dijkstra, lector persoonlijk leiderschap en innovatiekracht aan de Noordelijke Hogeschool van Leeuwarden. ‘Als inkoper ben je medeverantwoordelijk voor het ecosysteem van jouw bedrijf’, stelt Dijkstra. ‘In een groep meeuwen kan elk individu het gedrag van de groep beïnvloeden. Als één vogel voedsel ziet en duikt, dan gaat de rest daar achteraan. Er wordt niet eerst aan de meeuw gevraagd welke positie hij of zij in de organisatie heeft. Als inkoper kun je daarvan leren, je kunt het verschil maken bij het streven naar duurzaamheid. Daarvoor hoef je niet de directeur van een bedrijf te zijn.’

Hiervoor komt bovendien steeds meer ruimte, omdat bedrijven steeds minder hiërarchisch en meer democratisch worden ingericht. In Nederland verdwijnen er daardoor jaarlijks 30 tot 50.000 managers. ‘Er zijn zelfs al bedrijven zonder baas, zoals Valve Software Corporation, bekend van online computergames. Dat bedrijf kent een handboek waarin staat hoe je kunt weten wat je moet doen, als niemand je dat vertelt.’

Opgavegericht samenwerken
De reden dat bedrijven meer en meer gaan werken met autonome teams, waarin mensen in wisselende samenstellingen opgavegericht samenwerken, is dat de daadkracht daardoor toeneemt. ‘Klussen worden zo veel sneller geklaard. Door mensen met de juiste expertises tijdelijk bijeen te brengen, kunnen zij goed inspelen op de steeds complexere en veranderlijke omgeving waarin organisaties opereren. De grootschalige en gestandaardiseerde manier van werken volstaat niet meer.’

Dijkstra noemt als voorbeeld de gemeente Molenwaard, die geen eigen gemeentehuis meer heeft. ‘Daar is sprake van een virtuele overheid, die tijdelijk kennis en werkruimte inhuurt zodra dat nodig is.’

Voor inkopers betekent deze trend dat hun vak als aparte discipline zou kunnen verdwijnen. ‘Hun kennis blijft echter wel nodig. Om met veel verschillende vakgebieden te kunnen samenwerken is het goed je te ontwikkelen als T-shaped professional. Dit betekent dat je diepgaande kennis hebt over inkoop, en daarnaast brede kennis op andere gebieden.’

Voortouw
De verhalen tijdens het NNIC waren bedoeld om inkopers te inspireren. Zij kunnen het voortouw nemen als het gaat om duurzaamheid, want ze staan aan het begin van productieketens.

Hóe inkopers dit moeten gaan doen, bleef echter onduidelijk. Jammer, want de taak van inkopers wordt steeds complexer. Kosten in de hand houden blijft belangrijk. Daar kwamen echter al risico-management, het bijdragen aan meer omzet, een snellere time-to-market en nu dus ook nog maatschappelijk verantwoord inkopen bij.

Rob van de Bunt (Tebodin): Circulair inkopen is geen quick win
Rob van de Bunt (Tebodin): ‘Circulair inkopen is geen quick win. De business impact neemt toe op de lange termijn’

Tebodin
De enige concrete case kwam ik tijdens het NNIC tegen tijdens een workshop. Het gaat om circulaire inkoop bij ingenieursbureau Tebodin.

‘Het vraagt tijd om een transitie in een toeleverketen te bewerkstelligen’, vertelt Rob van de Bunt, manager procurement bij Tebodin en docent bij NEVI. ‘Wij bestaan nu 70 jaar. Dat komt doordat we, op één jaar na, altijd winst hebben gemaakt en dat willen we blijven doen. Circulair inkopen is geen quick win. In het begin is je winst zelfs minder, dus het vergt tijd. De business impact neemt toe op de lange termijn.’

Maatschappelijk verantwoord
Van de Bunt tekent drie elkaar overlappende cirkels, met daarin de woorden sociaal, economie en milieu. ‘Initiatieven op het grensvlak van economie en sociaal zijn billijk, op het grensvlak van milieu en sociaal zijn ze draaglijk, en op het grensvlak van economie en milieu levensvatbaar. In het midden bevinden zich initiatieven die dat allemaal tegelijk zijn. Dan is er sprake van maatschappelijk verantwoord ondernemen.’

Door functioneel te specificeren daagt Tebodin toeleveranciers uit om met innovatieve en duurzame voorstellen te komen. Een deel van de oplossing is gemakkelijk herbruikbare materialen voor de chemische fabrieken die Tebodin ontwerpt en bouwt. ‘Omdat we internationaal opereren kan hergebruik zeer profijtelijk zijn, omdat je dan bijvoorbeeld minder transport hebt. Dus minder kosten en een kortere doorlooptijd, maar zeker ook een beperkter gebruik van fossiele brandstoffen’

1) Het Noord Nederlands Inkoop Congres 2015 vond plaats op 13 mei, in de Tamboer in Hoogeveen.


Hulp nodig bij de implementatie van duurzaamheid en circulariteit?

Verwijzen naar dit artikel op internet?
Gebruik als link: https://www.procesverbeteren.nl/procesgericht/Circulaire_economie_circulair_inkopen.php

CoimbeeCimproManagement Mindfucks