Blog: Wat is waardevol? - Value Added (VA) onnuttige KPI
Geplaatst: ma jun 20, 2016 3:38 pm
Wat is waardevol? - % Value Added (VA) onnuttige KPI
Stel, een manager vertelt dat het percentage waarde-toevoegende activiteiten in een productieproces gestegen is. Is het proces dan béter? Het juiste antwoord is mijn inziens: geen idee! Hieronder zal ik proberen uit te leggen waarom.
Het maken van een zogenaamde value stream map is binnen Lean een belangrijk hulpmiddel. Voor één bepaalde groep van producten (of diensten) breng je dan in kaart welke stappen daarvoor nodig zijn, en hoe goed die op elkaar aansluiten.
Daartoe worden alle acties in twee groepen ongedeeld. Ten eerste value added activiteiten (VA), dit is tijd die wordt besteed om – in de ogen van de klant - waarde toe te voegen aan het product. Ten tweede non value added activiteiten (NVA), dit is alles waarbij dat niet het geval is.
Als je dat doet, is het percentage VA in de regel heel laag. Dit betekent dat de klant veel langer op het product of dienst moet wachten dan strikt noodzakelijk. Want, stel dat het VA-percentage 1% is, dan kan de doorlooptijd in theorie worden teruggebracht tot 1% van de huidige waarde (want dan is het VA-percentage 100%). Alle productiestappen sluiten dan naadloos én foutloos op elkaar aan, en de producten-in-wording bewegen zich één voor één door de keten (One Piece Flow).
Informatie over de kortst mogelijke doorlooptijd is nuttig want (1) klanten willen hun producten steeds sneller hebben, en (2) lange doorlooptijden en dus grote tussenvoorraden leiden in de regel tot extra overhead, denk aan het zoeken naar en moeten opslaan van voorraden, of aan rework bij de ontdekking van fouten. Dit is feitelijk in een notendop waarom het Lean (slank) maken van processen, oftewel de flow vergroten en buffers verlagen, überhaupt werkt. Je reduceert daarmee de overhead en je kunt sneller leveren, hetgeen vaak een concurrentievoordeel oplevert.
Maakt dit het % VA daarmee tot een goede prestatie-indicator? Dus hoe hoger dat precentage, hoe beter? Nee. Hieronder verschillende redenen waarom niet.
1. Er is geen heldere definitie van een NVA
Rondom een value stream map ontstaan soms heftige discussies over wat NVA is en dus feitelijk ‘verspilling’. Niemand wil immers daarmee worden geassocieerd! Is ál het management NVA? Elke kwaliteitstest? Een helpdesk? Persoonlijke aandacht voor een klant? Duurzame inkoop? De weerstand tegen dat idee is logisch. Hoe je Value Added ook definieert, er zijn altijd heel zinvolle activiteiten die daar buiten vallen. Vaak wordt dan een derde categorie geïntroduceerd: ‘noodzakelijke’ NVA.
2. Niet elke NVA (lees: elke vorm van verspilling) is even erg
Je kunt immers niet per definitie aannemen dat elke grotere batch, hogere tussenvoorraad etcetera kostenverhogend werkt of de klanttevredenheid doet dalen. Bedrijven zoals Unilever berekenen daarom per geconstateerde verspillingsvorm de kosten daarvan, en gebruiken dat bij de prioritering van hun verbeterprojecten.
Unilever gebruikt het WCM-programma van Professor Hajime Yamashima (rechts) om verspillingsreducties een prioriteit te geven
3. Een hoger percentage NVA kan in de ogen van de klant soms goed zijn
De klant ‘ziet’ namelijk de levertijd en niet de doorlooptijd. Damen Shipyards bouwt de casco’s van hun sleepboten bijvoorbeeld op voorraad, en bouwt deze dan af zodra er een bestelling binnenkomt. Dit vergroot het percentage NVA enorm, maar is nodig om tot acceptabele levertijden te komen. Levering via een One Piece Flow met 100% VA zou maanden duren.
4. Alles wat value added lijkt, hoeft dat nu (of in de toekomst) niet te zijn
In theorie kun je immers een heel onhandige manier van produceren hebben, met allemaal value added stappen daarin. Gebruik je het % VA als prestatie-indicator, dan kan het zelfs zijn dat er extra value added stappen worden geïntroduceerd, om een VA doelstelling maar te halen.
Vanwege het bovenstaande zijn discussies over wat nu precies NVA en VA is denk ik niet zo zinvol. Toyota maakt dan ook geen onderscheid tussen VA, en noodzakelijke NVA zoals management. Beiden worden beschouwd als nodig en nuttig, totdat iemand een slimmere manier vindt.
Het is denk ik beter als iedereen, aan de hand van de value stream map, probeert de hoeveelheid muda (verspilling), mura (onnodige variatie) en muri (overbelasting van mens of machine) steeds verder terug te dringen. Of anders gesteld: wat kun je allemaal weglaten, verminderen, in optimalere volgorde uitvoeren, of anderszins slimmer doen?
Reacties & aanvullingen hieronder zeer welkom!
Deze blog, met een link naar de reacties, gaat mee in onze nieuwsbrief van begin juli 2016 (4500 abonnees)
Dr Ir Jaap van Ede,
hoofdredacteur Procesverbeteren.nl
Stel, een manager vertelt dat het percentage waarde-toevoegende activiteiten in een productieproces gestegen is. Is het proces dan béter? Het juiste antwoord is mijn inziens: geen idee! Hieronder zal ik proberen uit te leggen waarom.
Het maken van een zogenaamde value stream map is binnen Lean een belangrijk hulpmiddel. Voor één bepaalde groep van producten (of diensten) breng je dan in kaart welke stappen daarvoor nodig zijn, en hoe goed die op elkaar aansluiten.
Daartoe worden alle acties in twee groepen ongedeeld. Ten eerste value added activiteiten (VA), dit is tijd die wordt besteed om – in de ogen van de klant - waarde toe te voegen aan het product. Ten tweede non value added activiteiten (NVA), dit is alles waarbij dat niet het geval is.
Als je dat doet, is het percentage VA in de regel heel laag. Dit betekent dat de klant veel langer op het product of dienst moet wachten dan strikt noodzakelijk. Want, stel dat het VA-percentage 1% is, dan kan de doorlooptijd in theorie worden teruggebracht tot 1% van de huidige waarde (want dan is het VA-percentage 100%). Alle productiestappen sluiten dan naadloos én foutloos op elkaar aan, en de producten-in-wording bewegen zich één voor één door de keten (One Piece Flow).
Informatie over de kortst mogelijke doorlooptijd is nuttig want (1) klanten willen hun producten steeds sneller hebben, en (2) lange doorlooptijden en dus grote tussenvoorraden leiden in de regel tot extra overhead, denk aan het zoeken naar en moeten opslaan van voorraden, of aan rework bij de ontdekking van fouten. Dit is feitelijk in een notendop waarom het Lean (slank) maken van processen, oftewel de flow vergroten en buffers verlagen, überhaupt werkt. Je reduceert daarmee de overhead en je kunt sneller leveren, hetgeen vaak een concurrentievoordeel oplevert.
Maakt dit het % VA daarmee tot een goede prestatie-indicator? Dus hoe hoger dat precentage, hoe beter? Nee. Hieronder verschillende redenen waarom niet.
1. Er is geen heldere definitie van een NVA
Rondom een value stream map ontstaan soms heftige discussies over wat NVA is en dus feitelijk ‘verspilling’. Niemand wil immers daarmee worden geassocieerd! Is ál het management NVA? Elke kwaliteitstest? Een helpdesk? Persoonlijke aandacht voor een klant? Duurzame inkoop? De weerstand tegen dat idee is logisch. Hoe je Value Added ook definieert, er zijn altijd heel zinvolle activiteiten die daar buiten vallen. Vaak wordt dan een derde categorie geïntroduceerd: ‘noodzakelijke’ NVA.
2. Niet elke NVA (lees: elke vorm van verspilling) is even erg
Je kunt immers niet per definitie aannemen dat elke grotere batch, hogere tussenvoorraad etcetera kostenverhogend werkt of de klanttevredenheid doet dalen. Bedrijven zoals Unilever berekenen daarom per geconstateerde verspillingsvorm de kosten daarvan, en gebruiken dat bij de prioritering van hun verbeterprojecten.
Unilever gebruikt het WCM-programma van Professor Hajime Yamashima (rechts) om verspillingsreducties een prioriteit te geven
3. Een hoger percentage NVA kan in de ogen van de klant soms goed zijn
De klant ‘ziet’ namelijk de levertijd en niet de doorlooptijd. Damen Shipyards bouwt de casco’s van hun sleepboten bijvoorbeeld op voorraad, en bouwt deze dan af zodra er een bestelling binnenkomt. Dit vergroot het percentage NVA enorm, maar is nodig om tot acceptabele levertijden te komen. Levering via een One Piece Flow met 100% VA zou maanden duren.
4. Alles wat value added lijkt, hoeft dat nu (of in de toekomst) niet te zijn
In theorie kun je immers een heel onhandige manier van produceren hebben, met allemaal value added stappen daarin. Gebruik je het % VA als prestatie-indicator, dan kan het zelfs zijn dat er extra value added stappen worden geïntroduceerd, om een VA doelstelling maar te halen.
Vanwege het bovenstaande zijn discussies over wat nu precies NVA en VA is denk ik niet zo zinvol. Toyota maakt dan ook geen onderscheid tussen VA, en noodzakelijke NVA zoals management. Beiden worden beschouwd als nodig en nuttig, totdat iemand een slimmere manier vindt.
Het is denk ik beter als iedereen, aan de hand van de value stream map, probeert de hoeveelheid muda (verspilling), mura (onnodige variatie) en muri (overbelasting van mens of machine) steeds verder terug te dringen. Of anders gesteld: wat kun je allemaal weglaten, verminderen, in optimalere volgorde uitvoeren, of anderszins slimmer doen?
Reacties & aanvullingen hieronder zeer welkom!
Deze blog, met een link naar de reacties, gaat mee in onze nieuwsbrief van begin juli 2016 (4500 abonnees)
Dr Ir Jaap van Ede,
hoofdredacteur Procesverbeteren.nl